Notes |
- Also: Iseren.
Andries's 2nd cousin is Graaf van Gelre.
Willem Yseren en zijne huisvrouw, Aleid weduwe van Andries Yseren, en Andries Yseren zoon van Andries, doen gerigtelijk opdragt, ten behoeve der stad Zutphen, van hun regt op den tol aldaar, zoo als hun dat door hertog Arnold verpand was, onder belofte, dat Thomas, Willem, Gerrit en Anna, minderjarige kinderen van voornoemd Andries Yseren,
deze opdragt mede zouden bevestigen, als zij tot meerderjarigheid zouden gekomen zijn (*).
1488.
In den jair onss Heren dusent vierhondert achtindtachtentich.
(*) De brief van 3 Junij 1436, waarbij Andries Yseren, gehuwd met eene natuurlijke dochter van Arkel, den tol te Zutphen in pandbezit kreeg, is deel IV. Oork. No. 160 vermeld. Nog in hetzelfde jaar werd de pandpenning verhoogd en daarbij tevens bepaald, dat het bezit van den tol niet aan bannerheeren en ridderschap, noch ook aan de stad Zutphen, mogt overgedragen worden: zie deel IV. N°. 163. Het schijnt, dat de hertog met deze bepaling bedoelde, aan zijne natuurlijke nicht, wier huwelijksgift mede in den pandpenning begrepen was, het genot daarvan te waarborgen. Nu echter Andries en zijne vrouw beiden overleden waren, hadden hunne kinderen en erfgenamen zich tot Maximiliaan gewend, met het verzoek om van deze voor hen drukkende bepaling ontheven te worden, en op den 8 Maart 1486 had de Roomsch koning hun dit verzoek werkelijk ingewilligd, en ver
gund, om hun regt op den tol aan de stad Zutphen af te staan. De deswege uitgevaardigde brief is in het archief der genoemde stad voorhanden.
Afschrift uit het laatst der vijftiende eeuw, in het boek, voorkomende onder Pand- en Renteverschrijvingen N°. 3 La. C., fol. 6.
Oorspronkelijke perkamenten brief, N°. 988, bezegeld door den heer van Batenburg in groen was.
|