Notes |
- Bernhardi van Voorthusen ook genaamd Zoon van Bernhardus van Vorthusen, geboren rond 1235, zoon van Bernhardus van Voorthusen, de naam Bernhardus bestaat uit twee germaanse woorden, namelijk bern is beer is sterk, en hard is sterk en moedig. Bernard betekent dus "de sterke, moedige".
Voorthuizen betekent: Huis aan een voorde of voort, een voorde is een doorwaadbare plaats door een beek of rivier. Voor het Voorthuizen bij Elten klopt dit wel, het ligt aan de doorwaadbare plaats aan de rivier de Wild aan de vroegere heerweg van Arnhem en Zutphen naar Keulen.
Deze Bernhardus is, met vermelding in het jaar 1252, tot op heden (Anno Domini 2004), de vroegst vermelde persoon met de familienaam "Van Voorthuisen". De volgende vermeldingen zijn van 6 September en 9 November 1310 te 's-Heerenberg van de gebroeders Mathias en Noijde Scakenszonen, en rond 1325 op de West- en Oost-Veluwe.
Er bestaan drie Voorthuizens; bij Elten, bij Drempt nabij Doesburg en bij Barneveld. Alle drie hebben banden met het Sint-Vitusstift op de Elterberg. Voorthuizen bij Elten was de hoofdhof van het stift, Voorthuizen bij Barneveld en Drempt hadden leenverhoudingen met de abdij. Zie over deze verhoudingen Kist en Bouwheer. Het goed Voorthuijsen bij Elten is heden ten dage gesplitst in Alt- Neu- en Klein-Voorthuijsen. Neu-Voorthuijzen werd ook de "Springkamp" genoemd.
Als topografische naam komt "Voorthuisen" (bij 's-Heerenberg en Elten) reeds voor in een acte gedateerd op 29 Juni Anno Domini 968 als Keizer Otto I, de Grote, de schenking van Voorthuizen ,in het jaar 966, aan de abdij door Graaf Wichman van Hamaland, doet oorkonden. In een acte gedateerd 3 Augustus 970 wordt dit nogmaals bevestigd door koning Otto III. Op 18 December 996 op de rijksdag te Nijmegen is het keizer Hendrik II die het goed Voorthuijsen nogmaals uitdrukkelijk aan het Stift Sint Vitus te Hoog-Elten toewijst. Voorthuijsen is de grootste waterburcht in de omgeving van Elten en dateert waarschijnlijk van voor het jaar 500. De bewalling en grachten zijn opgeworpen en gegraven door een Friese of Frankische edelman.
Veel gegevens over Voorthuijsen bij Elten door Mr. A.P. van Schilgaarde in de Leenregisters van de proosdij van Emmerik.
Zijn zonen bij een onbekende vrouw:
1 Henrick van de Hoete van Voorthusen ook genaamd van Goethe en van Voerthusen, Henrick stamt uit het germaans en betekent: aanzienlijk in zijn woonplaats., geboren rond 1275.
2 Everaert van Voorthusen ook genaamd van Voerhusen en van Voerthusen, Everaert stamt uit het germaans en betekent: sterk als een ever (wild zwijn)., geboren rond 1285, wonende te Ger. Tulen Cloeft.RAG,bloknr.0001, inv. 686.
In de Schatting van den Lande van Gelre voor Veluwe van ca. 1325, wordt genoemd Everart van Voerhusen (dus niet met een t.) onder die ander Heren luden (dus niet van de Graaf van Gelre) wonend in denselven ambacht in Ger. Tulen cloft. Het ambacht wordt omschreven als: Voerst, Reden, Brummen. Als andere Heer wordt genoemd "Dyderen" (waarschijnlijk Diederik van Cleve). Hij betaalt II ponden.
|