Notes |
- Bastard.
1441.
Beschreibung : Herzog Adolf von Kleve befiehlt seinen Untertanen in der Grafschaft Mark ("Onss Landz van der Marke"), dem Gerhard von Ossenbroich Bastard ("Gerit van Ossenbroick"), den er dort zu seinem Landrentmeister ernannt hat, gehorsam zu sein. 1441 "op den" [Rest fehlt]
Bestellsignatur : Grafschaft Mark - Urkunden, Nr. 328.
1444: Rentmeisters zu Wetter, Blankenstein und Bochum, Gerhard von Ossenbroich Bastard etc.
Dirk Momme van Kell (b. ~1390) met zijne zonen Johan en Dirk verkoopt hij aan den bastaard Geryt v. Ossenbroeck eene jaarlijksche rente van 11 goudguldens uit een Hof in 't kerspel Didam, die Johan Snoick in pacht heeft, 1445.
1445 April 13
Beschreibung : Wilhelm Herr von Berghe-Bilant bezeugt einen vor ihm durch den Bastard Geryt van Ossenbroich und die Gebrüder Momme van Kell abgeschlossenen Kaufvertrag.
Bestellsignatur : Kleve-Mark, Urkunden Nr. 1749
1446. Bastard Gerhard sells an interest in Anholt.
1470, 23 Februarij
Des vrydages op de sunte Mathias avent des heligen apostels.
Burgemeesters, schepenen en raad der stad Doetinchem bekennen ontvangen te hebben van Gerit van Ossenbrueck bast. de som van 260 overlandsche Rijnsche gulden, tot nut en voordeel hunner stad, jaarlijks te Anholt, Emmerick of Berg met 16 zulke guldens te verrenten.
In 1668 werd met den pastoor van Anholt overeengekomen, dat de stad dezen brief tegen St. Jakob met 260 Carolusgulden zal mogen aflossen.
Oorspronkelijke perkamente brief, met een uithangend zegel in groen was.
Inventaris van het oud archief der gemeente Doetinchem: No: 30 Nijhoff. 1867
1475. 25 september.
Regesten Gasthuis Doetinchem.
Aloph Roffert als erfgenaam van Gerid Ossenbroeck, bastaard, verklaart dat genoemde Gerid 200 rhijnsche guldens, die hij ten laste van Franken van Wittenhorst had, heeft gemaakt aan de gebroeders Gerit en Henric van Ossenbroick (children of Johan) aan wien hij de daarvan sprekende brieven te overgeeft. Verder verklaart hij dat Gerid van Ossenbroick, bastaard, eene rente van 16 gouden Rhijnsche guldens* ten laste vande stad Doetinchem bezit welke 16 gulden thans aan Haedewich van Puefflick komen. Na haar dood zal zij over 3 rhijnsche guldens* mogen beschikken, terwijl de 13 overblijvende guldens door Aloph levenslang genoten worden, na diens dood komen vijf guldens aan de vicarie te Anholt en acht gulden aan de gebroeders van Ossenbroeck bovengenoemd. Papier authentieke copie door den notaris Hermannus Kaerrll, van een kopie van de notaris Gerardus Mijlis.
Gerrit the bastard had no brother Henrick.
Read below. They are talking about two other guys, who are brothers, but not brother to Gerrit the bastard.
1475. Aloph Roffert als erfgenaam van Gerid Ossenbroeck, bastaard, verklaart dat genoemde Gerid 200 rhijnsche guldens, die hij ten laste van Franken van Wittenhorst had, heeft gemaakt aan de gebroeders Gerit en Henric van Ossenbroick aan wien hij de daarvan sprekende brieven te overgeeft. Verder verklaart hij dat Gerid van Ossenbroick, bastaard, eene rente van 16 gouden Rhijnsche guldens* ten laste van de stad Doetinchem bezit
|