Notes |
- 1367 November 14.
Dietrich, Sohn des Genekin von Ossenbroich (-broeck) Kanonikers zu Wissel (Wischel), den Graf Johann von Kleve aus der Kurmudschaft, mit der er dem Grafen aufgrund seiner kumudspfichtigen Mutter Mechtild von Oldenzaal (Audenzeele) hörig war, freigegeben und als Dienstmann aufgenommen hat, gelobt, dem Grafen hold und treu zu sein und nach Dienstmnannsrecht zu dienen.
Wegen Siegelkarenz des Ausstellers siegelt auf dessen Bitte sein Neffe Gerhard von Ossenbroich, Sohn des Ritters Johann von Ossenbroich.
A.P.D., KM. U. 504;- Siegel angeh., gut erh. -Rv. (14.Jh.) Theodericus filius domini Genkini de Ossenbroek receptus in ministerialen promittit se fore fidelem comiti Cleuensi.
Kleve-Mark Urkunden. 1223-1368. Regesten des Bestandes Kleve Mark Urkunden im Nordrhein Westfälischen Hauptstaatsarchiv in Duesseldorf.
Vrij vertaald komt de Duitse tekst op het volgende neer:
* Dietrich of Derik, de zoon van Genekin van Ossenbroeck en kanunnik in Wissel (bij Kalkar) wordt door Johan, de graaf van Kleef, uit zijn horigheid (=onvrije man) bevrijd.
De 'status' van een gezin en de nakomelingen werd in de Middeleeuwen (vaak in tegenstelling met tegenwoordig) door de stand van de moeder (Mechtild van Oldenzaal) bepaald. Die moeder was lijfsgewinplichtig, een soort slavin. Zij was als lijfeigene dus een onvrije vrouw, met weinig of geen rechten en zij had ook geen eigen bezit.
* Genekin was dus kennelijk behoorlijk beneden zijn stand gehuwd (wellicht uit liefde en minder berekend en/of rationeel?), terwijl zijn familielid, zijn neef Gerhard of Gerard, de zoon van ridder Johan was.
* Dit "gebrek van beneden zijn stand" wordt door de graaf officieel en formeel --als erkenning/beloning/waardering-- opgeheven en door de wijze van correcte levenswandel en/of dappere krijgsdienstverrrichting,wordt hij in de stand van ministeriaal (later vermengd met de ridderschap) verheven en als een vrije man opgenomen. Hij wordt als dienstman, met een betrekking of 'job' in de grafelijke 'ambtenarij' opgenomen.Daarbij doet de vrijgekomene (als verlost van zijn onvrijheid) plechtig eer, hulde en trouw beloven aan zijn meerdere, de Kleefse graaf.
Het Latijnse opschrift staat geschreven aan de achterzijde van het perkament (vaak van lamsvacht gemaakt), waarop in galnotenschrift en meteen ganzenveer deze zeer korte samenvatting van de oorkonde staat. Devertaling luidt: Dirk (of in het Duits: Dietrich), zoon van de heer Genekinus van Ossenbroek, opgenomen in de ministeriaal-staat, belooft (aan) de graaf van Kleef trouw te zullen zijn.
Rien van den Brand. Amateur-historicus en paleograaf. Venray.
|