Notes |
- Aelbert van Hattem, zn. van Johan van Hattem en Maria van Grootveld, geb. circa 1499, buurmeester (1524/5) en nabuur van Maurik (1552), trad in 1561 als getuige op bij een geschil tussen de kinderen van Maria van Hattem en Baet, weduwe van Gerrit van Hattem, leenman van Culemborg (1565), in 1566 wegens ketterij vervolgd, ovl. tussen 09-09-1573 en 06-06-1577, tr. circa 1525 met Helena van Wijck van de Woert, ovl. voor 06-06-1577.
Uit dit huwelijk:
1. Dirkske van Hattem, ovl. tussen 1545 en 06-06-1577, relatie met Jan van Leuwen van Welij, zn. van Jan van Welij en Elisabeth Hermansdr van Leuwen, ovl. voor 18-11-1544.
2. Helena van Hattem, gereformeerd lidmaat te Rhenen en vanaf 26-8-1582 te Utrecht, ovl. tussen 09-04-1591 en 05-06-1602.
3. Willem van Hattem, geb. circa 1533, heeft geen kinderen nagelaten, leenman van Culemborg (1565, 1570), burgemeester van Wijk bij Duurstede (1586-1610), gasthuismeester van het St Elisabeth gasthuis (1608), verkreeg ca. 1600 erfpachtgoed te Cothen van zijn neef Johan van Hattem van Reijnestein, waarover in 1604 en 1605 door het Domkapittel een proces werd gevoerd, ovl. tussen 20-03-1620 en 10-06-1620, tr. (1) voor 14-03-1577 met Gesse ter Borch, dr. van Gerhard ter Borch en Maria van Bentem, ovl. na 11-02-1584, tr. (2) voor 18-07-1587 met Cornelia van Schuijlenburg, dr. van Henrick (Antonisz?) van Schuijlenburg, ovl. na 08-12-1592, tr. (3) voor 07-08-1609 met Margaretha van Pasqualijn, (beleend met grond te Maurik na dode van haar man (1620), zij tr. Amerongen 30-7-1625 Oswalt van den Boetselaer, heer tot Toutenborch Windischen Esschenbach), ovl. tussen 30-07-1625 en 16-03-1626.
4. Judith van Hattem, ovl. te Zaltbommel in 07-1592
5. Maria van Hattem, ged. te Deventer op 08-12-1533, ovl. te Alkmaar op 03-02-1624
6. Hester van Hattem, ovl. na 06-06-1577
7. Henrica van Hattem, is geestelijk geweest, ovl. tussen 09-04-1591 en 05-06-1602.
8. Dirck van Hattem, geb. circa 1552, ovl. tussen 30-03-1626 en 16-04-1627
9. Isabella van Hattem
|